Samenwerking NOB en IDB voor duurzaam ondernemen

De Nationale Ontwikkelingsbank (NOB) start, dankzij een lening van tien miljoen US dollar bij de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB), binnenkort een nieuw lenings- en garantieprogramma voor micro, kleine en middelgrote ondernemers. Twee miljoen US dollar komt van het ‘Amazon Bio-Economy Fund’ van het Green Climate Fund (GFC). Daarnaast schenkt het GFC nog eens twee miljoen US dollar voor technische assistentie en garantstelling voor ‘groene ondernemingen’. Er is speciale aandacht voor (vrouwelijke) ondernemers binnen inheemse en tribale gemeenschappen.

Beeld NOB

Ongeveer vijfhonderd ondernemingen kunnen in aanmerking komen voor dit IDB-financieringsprogramma voor productieve en duurzame ontwikkeling in Suriname. Om toegang te krijgen tot het geld zal de NOB een overeenkomst sluiten met de staat. Ook commerciële banken krijgen toegang tot goedkoper krediet via ‘tweedelijnsleningen’.

De Centrale Bank van Suriname moet toestemming geven om de tweedelijnsleningen aan commerciële banken als nieuw product in te voeren. Hierdoor kunnen ze op hun beurt leningen aanbieden aan personen die onder algemeen geldende vereisten geen geld zouden kunnen lenen om hun bedrijf op te zetten of draaiende te houden. “Met dit programma vergroten wij ook de leencapaciteit van de commerciële banken, waarmee we een individuele leenovereenkomst sluiten voor goedkopere financiering”, zegt NOB-commercieel-directeur Shalini Khedoe. “Het is namelijk de bedoeling dat ook zij lagere rentes kunnen aanbieden aan de doelgroepen.”

Door dit financieringsprogramma kunnen nog meer starters en groeiende midden- en kleinbedrijven in aanmerking komen voor werkkapitaal of investeringsleningen tegen aantrekkelijke voorwaarden. De zachte leningsfaciliteiten van de NOB, zoals het Productie Kredietfonds en het Fonds Technische Bijstand Particuliere Sector, blijven bestaan.

Samenwerking

NOB-president-directeur Sandy Cameron: “Het is na lange tijd dat wij weer zaken doen met de IDB. We kunnen nu meer groepen ondernemers helpen hun droom te verwezenlijken. Met name vrouwelijke ondernemers en ondernemers uit inheemse en tribale gemeenschappen en zij die willen investeren in milieuvriendelijke sectoren of overstappen naar alternatieve grondstoffen en productiemethoden die minder milieubelastend zijn.”

Vanuit de IDB is dit de eerste voorziening voor bio-bedrijven in het Caribisch Gebied als onderdeel van het ‘Amazonia Forever’-programma voor versnelde ontwikkeling van het Amazonegebied. De NOB is lid van de ‘Groene Coalitie’ van publieke ontwikkelingsbanken voor het Amazonegebied, geleid door de IDB en de Braziliaanse Ontwikkelingsbank.

Productiviteit verhogen

Toegang tot krediet is één van de belangrijke obstakels voor midden- en kleinbedrijven in de regio. “Om deze reden voeren we dit soort programma’s uit in landen als Barbados, Ecuador en El Salvador”, zegt Diego Herrera van de IDB.

IDB-vertegenwoordiger in Suriname, Adriana La Valley, voegt eraan toe: “Dit programma is ook bedoeld om de productiviteit te verhogen, met speciale aandacht voor aanpassing aan en tegengaan van klimaatverandering. Maar ook om bedrijven onder leiding en beheer van vrouwen te ondersteunen, voornamelijk in plattelandsgemeenschappen.”

Voordat de NOB in aanmerking kwam voor dit financieringsprogramma, is drie jaar nauw samengewerkt met het IDB-team onder leiding van Herrera. Over het succes in onder meer Colombia en El Salvador zegt hij: “Daar hebben duizenden kleine en micro-ondernemers dankzij deze kredietfaciliteit kunnen starten of uitbreiden. Er zijn vooral in rurale gemeenschappen talrijke productiebedrijven opgezet. We zijn trots op de succesverhalen. In het bijzonder van vrouwelijke ondernemers die het ontzettend goed doen. We kijken reikhalzend uit naar de resultaten in Suriname.”

Groene sectoren en vrouwen

De vier miljoen US dollar van het Green Climate Fund is uitsluitend voor financiering van bio-economische bedrijven die behoud van de biodiversiteit integreren in hun bedrijfsproces en rekening houden met de gevolgen die hun bedrijfsactiviteiten kunnen hebben op het milieu. Het zijn dus ondernemingen die strategieën en technieken toepassen voor het tegengaan (‘mitigatie’) van klimaatverandering en aanpassing daaraan (‘adaptatie’). Hieronder vallen ook bedrijven die het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen als bedrijfscultuur hebben en lokale en inheemse gemeenschappen met hun natuurkennis betrekken.

Er is speciale aandacht voor het stimuleren en ondersteunen van sectoren zoals ecotoerisme, duurzame agro-industrie en hun toeleveranciers. “We dragen zo bij aan bewustwording, bescherming en behoud van het milieu”, zegt Khedoe.

Over ondernemers die willen investeren in adaptatie of mitigatie zegt zij: “Dat zijn projecten die doorgaans niet worden gefinancierd door banken omdat ze als risicovol worden beschouwd.” Een voorbeeld van adaptatie is het verhogen van toeristen lodges in het binnenland tegen overstromingen. Mitigatie is bijvoorbeeld het vervangen van dieselgeneratoren door zonne-energiepanelen voor groene stroom.

Nog een garantiefonds

Van de schenking van twee miljoen US dollar door het GFC is één miljoen om eventueel verlies, als gevolg van niet of deels terugbetaalde leningen, op te vangen. Dit ‘fonds’ staat tot maximaal 60 procent garant voor individuele bedrijven en tot maximaal 80 procent voor de doelgroep vrouwen, inheemse en tribale gemeenschappen, waarbij het investeringsrisico groter is. Dat betekent dat voor een lening aanvraag van SRD 100.000 zonder dekking een garantieverklaring mag worden aangevraagd tot maximaal SRD 80.000.

Het andere miljoen van de schenking is voor onderzoek, trainingen en ondersteuning van bedrijven in de bio-economie. Bijvoorbeeld bij het opstellen van bedrijfsplannen en de boekhouding waardoor ze krediet kunnen krijgen. Een deel van het geld zal worden besteed aan het verzamelen van gegevens over de impact van de lening voor vrouwen en bio-ondernemingen.

Ook zal het NOB-personeel worden getraind in onder meer risicobeoordeling en milieu- en sociale risico’s van kredietaanvragen. Het succes, zoals gezien in andere landen, is mede afhankelijk van de expertise en sociale betrokken van het bankpersoneel.