8 Mei 2024
09:00De regering onder leiding van president Santokhi, heeft uit solidariteit met overige CARICOM-staten en vermoedelijk uit humanitaire overwegingen verklaard, bereid te zijn militairen en politieagenten te sturen naar Haïti, om daar een bijdrage te leveren, die moet leiden tot stabilisering van de totaal uit de hand gelopen toestand op het eiland. We vragen ons af, of de regering wel goed op de hoogte is van wat zich daar precies afspeelt. Haïti is niet alleen in de greep van de bendes, die vooral hele wijken in de hoofdstad Port-au-Prince terroriseren en vuurgevechten leveren met de politie. Haïti is ook al enige tijd in de greep van de drugsmaffia uit Colombia.
De Haïtiaanse president Jovenel Moise werd op 7 juli 2021 in zijn woning in de Haïtiaanse hoofdstad vermoord, door een groep samengesteld uit Haïtianen en Colombiaanse ex-militairen. De Colombianen waren via de Dominicaanse Republiek Haïti binnengedrongen. Moise had naar verluidt, de strijd aangebonden tegen de cocaïnebendes op het eiland. De wapens waar de bendes op Haïti thans gebruik van maken om Haïti totaal politiek en maatschappelijk te ontregelen, komen grotendeels uit Colombia van de guerrillabeweging ELN en ex-rebellen van de FARC. We weten niet of de regering ervan op de hoogte is, dat zeer recentelijk, er een enorme hoeveelheid militaire wapens en miljoenen patronen zijn verdwenen uit wapendepots van het Colombiaanse leger. Dit is kort geleden door de Colombiaanse president Gustavo Petro, wereldkundig gemaakt. Petro stelde er met nadruk bij, dat volgens zijn informatie, het ernstige vermoeden bestaat dat corrupte militairen tegen hoge bedragen, de wapens en munitie hebben gestolen en geleverd aan de bendes op Haïti. Gezien de enorme hoeveelheid wapens en munitie die zijn verdwenen uit de depots in Colombia en die op Haïti terecht zouden zijn gekomen, is het zeker geen verstandig besluit, onze militairen en politieagenten in een dergelijk ‘wespennest’ te sturen. Er is daar een situatie die al enige tijd het karakter heeft gekregen van ‘Urban Warfare’, waarbij er vanuit woningen en sloppenwijken wordt geschoten op de politie, die tracht de zaak onder controle te krijgen. Als de Colombiaanse president Gustavo Petro, die zelf in het verleden ook bij een guerrillaleger diende, gelijk heeft, dan is de situatie op Haïti veel gevaarlijker dan tot nog toe werd vermoed. Er zijn nu ernstige aanwijzingen dat drugsbendes veel beter bewapend zijn geworden en dat er zwaar strijd zal moeten worden geleverd om tot een normalisering op het eiland, over te kunnen gaan. Zowel president Santokhi als minister Mathoera van Defensie, moeten zich veel meer en diepgaander laten informeren over wat er precies daar gaande is en met welk geweld ze daar te maken zullen krijgen. We kunnen namelijk moeilijk onze mensen gaan sturen naar een plek waar er thans heel duidelijk sprake is van een urban warfare situatie, waar niemand meer veilig is.