Voedselhulp

TER ONDERSTEUNING VAN het sociaal welzijnsprogramma van de Surinaamse regering zijn zaterdag vanuit India de eerste containers voedsel naar Paramaribo verscheept. De zending bestaat uit babymelk en levensmiddelen die via de ‘foodbasket verkooppunten’ zullen worden gedistribueerd.

Er zijn zowel voor- als tegenstanders van voedselhulp in de vorm van ‘pakketten’ en gezien de armoede onder een belangrijk deel van het volk zullen er mensen zijn die reikhalzend uitkijken naar het nieuwe ‘redmiddel’ uit India. Opeenvolgende regeringen verdienen geen schoonheidsprijs met het ‘pakkettensysteem.’

Om het kind bij de naam te noemen: regeringspartijen worden verdacht een deel van de pakketten door te sluizen naar partijloyalisten. Hierdoor blijft een deel van zij die wel in aanmerking komen met lege handen.

Het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting zou vanuit zijn taakstelling met de distributie van de voedselpakketten moeten worden belast, maar het wordt telkenmale, ook bij sommige andere ‘sociale’ projecten, gepasseerd. Nu staat dit ministerie niet bekend als één dat zijn taken naar behoren uitvoert, omdat – zoals in de praktijk blijkt, het zijn zaken administratief niet in orde heeft.

Het verstrekken van voorzieningen aan zogenoemde on- en minvermogenden zoals dokterskaarten is een puinhoop. Grote twijfels hebben bestaan over personen die in de samenleving doorgaan als vermogend en toch als onvermogend werden genoteerd. Het valt te betwijfelen of dit euvel is verholpen. Het opschonen en doorlichten van het ministerie heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd.Geen enkele regering is erin geslaagd het ministerie zodanig te stroomlijnen dat het daadwerkelijk de taken uitvoert waarvoor het is ingesteld. Mogelijk dat deze situatie opzettelijk in stand wordt gehouden om de distributie of verstrekking in handen te leggen van regeringsgezinde personen. Het komt er op neer dat er geen objectiviteit bestaat en gevreesd wordt dat het distributiesysteem aan openheid ook nu, met de zending uit India, te wensen overlaat.

Regeringen ontkennen bij hoog en laag vriendjespolitiek bij toekenning van sociale voorzieningen, maar de praktijk wijst anders uit. De zittende regering vormt hierop geen uitzondering. Dat hebben onder andere de diverse pakketten-projecten en andere voorzieningen de afgelopen jaren laten zien. Maar het is nog niet te laat.

De regering krijgt de gelegenheid om met de zending uit India te laten zien dat ze het daadwerkelijk meent met zij die in armoede leven en een betrouwbaar, goed gecontroleerd orgaan opzet voor de distributie. Met de voedselhulp uit India zou een deel van de armoede bestreden kunnen worden. Een deel, omdat het niet alleen gaat om voeding, maar ook om andere noodzakelijke voorzieningen.