Het Numismatisch Museum van de Centrale Bank van Suriname heeft dinsdag enkele originele artefacten in bruikleen aangeboden gekregen door De Nederlandsche Bank (DNB). Governor Maurice Roemer noemde het een historische dag, die de bijzondere relatie tussen de Bank en DNB tot uiting brengt.
Het gaat om een biljet van 1 gulden van de Algemeene Nederlandse Maatschappij ter begunstiging van de Volksvlijt, een halve gulden van de Particuliere West-Indische Bank, een biljet van 10 gulden kaartengeld en twee stuks kaartengeld van 2 ½ gulden.
Het zijn bijzondere objecten; de oudste is uit 1773. Eerder had het museum bij gebrek aan originelen, afbeeldingen van deze betaalmiddelen uit het verleden tentoongesteld.
Volgens Cees Ullersma, hoofd International Relations van DNB, zijn de artefacten tastbaar bewijs van de monetaire geschiedenis van de kolonie Suriname, toen als onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. De Nederlandse ambassadeur Walter Oostelbos die van huis uit historicus is, onderstreepte dat het om bijzondere stukken gaat door te stellen dat het mogelijk is dat John Stedman, de schrijver van het boek Reizen naar Suriname van 1796, deze zelfde betaalmiddelen toen gebruikt kan hebben. “Een bijzondere gewaarwording”.