De Suriname Economic Oversight Board (SEOB) geeft in zijn 20e bulletin een diepgaande analyse van de Surinaamse overheidsfinanciën, het IMF-programma en de belangrijkste ontwikkelingen in 2024. De overheidsfinanciën blijven een essentieel onderdeel van de Surinaamse economie. In 2024 daalden zowel de inkomsten als de uitgaven ten opzichte van 2023. Ondanks pogingen van de overheid om de uitgaven te beheersen, bleven de dalende inkomsten een aanzienlijke uitdaging, die de economische groei en stabiliteit beïnvloedde. De analyse van de SEOB betreft de periode van januari tot en met december 2024 en vergelijkt de bevindingen met die van het voorgaande jaar.
Ontwikkelingen in overheidsontvangsten
In 2024 daalden de totale overheidsinkomsten als percentage van het bruto binnenlands product (bbp), voornamelijk door een afname van de opbrengsten uit de mijnbouwsector.
De belastinginkomsten uit de mijnbouw daalden van 12,8% naar 9,9% van het bbp, terwijl ook de niet-belastinginkomsten uit deze sector sterk terugvielen. In andere sectoren daalden vooral de directe belastingen, terwijl de indirecte belastingen licht stegen. Zowel de inkomstenbelasting als de loonbelasting daalde, voornamelijk in de mijnbouwsector, waar de inkomstenbelasting afnam van 3,6% naar 3,0% en de loonbelasting daalde van 1,6% naar 1,2%.
In de niet-mijnbouwsector was de daling nog groter, met een afname van de inkomstenbelasting van 2,0% naar 1,0% en de loonbelasting van 2,6% naar 1,2%. De Belastingdienst heeft maatregelen getroffen om de belastinginning te verbeteren, zoals het aantrekken van extra personeel en het optimaliseren van de btw-inning en -teruggaven. Desondanks blijft de naleving van belastingverplichtingen een uitdaging.
Ontwikkeling in overheidsuitgaven
In 2024 daalden de overheidsuitgaven van 29,5% naar 25,1% van het bbp. Deze daling werd bereikt door besparingen op salarissen en operationele kosten. Subsidies en bijdragen namen met 1,6 procentpunt van het bbp af, terwijl de rentekosten daalden door een herstructurering van de staatsschuld. Hoewel de investeringen in infrastructuur en andere kapitaaluitgaven lager waren, beschouwt SEOB dit niet per se als positief. Lagere uitgaven in sectoren zoals infrastructuur, onderwijs en gezondheidszorg, kunnen op de lange termijn nadelige gevolgen hebben voor de economische ontwikkeling.