De aankondiging van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) om een valutaveiling te organiseren voor Amerikaanse dollars, roept vragen op. Terwijl de CBvS de veiling positioneert als een instrument ter stabilisatie van de wisselkoers, betwijfelt Dharm Mungra, voorzitter van De Nieuwe Leeuw (DNL), of het hier werkelijk gaat om doordacht monetair beleid – of eerder om een strategische paniekreactie, ingegeven door politieke overwegingen.
De valutaveiling, waarvoor bankinstellingen en wisselkantoren zijn uitgenodigd, komt op een moment waarop de druk op de wisselkoers toeneemt en het vertrouwen in het financieel-economisch beheer wankel oogt. Volgens Mungra moet de timing van deze maatregel niet los worden gezien van het verkiezingsjaar waarin Suriname zich bevindt.
“Het is niet ondenkbaar dat deze interventie bedoeld is om bevriende groepen, zoals aannemers of dienstverlenende bedrijven die nog op betaling wachten, snel toegang te geven tot schaarse deviezen,” stelt Mungra. “De timing is opvallend en roept vragen op over de mate van transparantie en de werkelijke motieven achter deze stap.”
Mungra stelt dat de veiling, in plaats van stabiliteit te brengen, eerder het signaal afgeeft dat het bestaande vrije-marktsysteem onder druk staat. “Deze maatregel gaat lijnrecht in tegen de principes die Suriname heeft onderschreven in het kader van het IMF-programma. Je creëert de indruk dat het vrije prijsmechanisme niet langer functioneert,” aldus Mungra.
De zorgen worden versterkt door het voortdurende gebrek aan samenhang in de communicatie van beleidsmakers. Minister van Financiën Stanley Raghoebarsing wordt daarbij genoemd als een bron van verwarring, door zijn vaak tegenstrijdige verklaringen over de koersontwikkeling en de hoeveelheid SRD’s in omloop.
Ook de Suriname Oversight Board luidde onlangs de alarmbel. Uit haar bevindingen blijkt dat het aantal SRD’s in omloop ver boven het afgesproken IMF-doel ligt. Dit voedt de vrees dat er sprake is van los monetair beleid, zonder oog voor de gevolgen op de binnenlandse prijzen en het vertrouwen van de burger.
Naast het wantrouwen over de achterliggende motieven, speelt ook de kwestie van de repatriatie van deviezen een rol. Ondanks jarenlange kritiek functioneert dit systeem nog steeds niet optimaal. Hierdoor keren cruciale valuta-inkomsten uit de export onvoldoende terug naar het formele circuit, waardoor de vraag naar dollars op de binnenlandse markt kunstmatig hoog blijft.
“Zonder een robuust en transparant deviezenbeleid, blijft elke poging tot koersstabilisatie een lapmiddel,” concludeert Mungra. “De valutaveiling is geen oplossing, maar een symptoom van een dieper structureel probleem in het financieel-economisch bestuur.”