Geldschieters,
autoverkopers e.a. maken er een vaste praktijk van om hun klanten eerst een
aantal keren met een hoge toon op te bellen en onder druk te zetten om tot
betaling over te gaan van een contract die ze met elkaar hebben afgesproken, zo
niet schriftelijk vastgesteld. En als
er toch niet wordt betaald, meldt
de schuldeiser dat men de niet betalende te schande zal zetten en een bericht
op facebook zal plaatsen, waarbij anderen op de hoogte zullen worden gebracht
dat er iets aan de hand is. Op facebook wordt vaker niet alleen een bericht,
maar ook één of meerdere foto’s van de persoon geplaatst.
De wetgever
heeft in 2012 gemeend een wet strafbaarstelling belaging in te stellen en
artikel 345b aan het Wetboek van Strafrecht toe te voegen en onder lid 4 van
dat artikel te melden: “Vervolging vindt niet plaats dan op klacht, met
uitzondering …. “.
De wetgever
geeft tevens in zijn Memorie Van Toelichting aan, dat de strafbaarstelling van
belaging nieuw is in het strafrecht en dat de nodige bijstellingen vanwege
veranderende maatschappelijke ontwikkeling in de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer en jurisprudentie, zal ondergaan.
De wetgever
heeft aan de vervolgingsambtenaar de bevoegdheid gegeven om ook preventieve
maatregelen te kunnen voorzien, waarbij deze niet hoeft voort te vloeien van de
vervolging van een strafbaar feit of een strafrechtelijke veroordeling, zonder
dat die een verdachte hoeft te zijn. De noodzaak tot oplegging van de
preventieve maatregel is zuiver ter voorkoming van erger, wellicht vanwege de
emotionele toestand van de betrokkene(n), het levert dus geen strafblad op,
waarbij de procureur-generaal instructies geeft aan opsporingsambtenaren (in
deze de politie) om op de naleving daarvan toe te zien.
Artikel
345b (WvS) lid 1 speelt een zeer belangrijke rol in de interpretatie van deze
wet, waarbij de wetgever aangeeft, dat “ degene, die weder rechterlijkÂ
stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op een anders persoonlijke
levenssfeer met het oogmerk die andere iets te dwingen iets te doen, niet te
doen of te dulden, dan wel vrees aan te jagen, wordt als schuldig aan belaging
gestraft ….â€
Kort
en bondig heeft de wetgever in deze wet gezegd wat inbreuk op de persoonlijke
levenssfeer is, namelijk “wanneer de privacy gerechtigde de storing in zijn persoonlijke levenssfeer niet wenst’,
dan is er al sprake van belaging. Als
voorbeeld voor belaging noemt de wetgever o.a., de beroepswerkzaamheden van een
overactieve deurwaarder, die telefonisch en of schriftelijk een cliënt aanmaant
en incassoactiviteiten ontplooit en de cliënt niet verheugt is van de
dwangincasso, en de deurwaarder hem angst inboezemt en daardoor inbreuk maakt
op de persoonlijke levenssfeer van de cliënt.
Zoals ook
eerder gemeld, is het een klachtdelict en voor een klacht moet je bij de
politie zijn. Om een
aangifte als een klacht op papier bij de procureur-generaal te doen belanden, is er kennelijk meer dan een salto
nodig en bij deze wordt als toegift een
verrijking en ervaring van een willekeurige politiepost in Suriname gemeld. Bij
het aanmelden om een aangifte op te nemen, vindt de eerste beoordeling van wat
de aangifte zou moeten zijn al plaats door een politie 1e klasse, aangifte
onwaardig. Vervolgens bemoeit een onder-inspecteur zich zijdelings met de zaak, aangifte onwaardig. Daarna
een heuse majoor van politie, die ook nog belast is met huiselijk geweld. Heel
resoluut, kent u de wet en kent u de Memorie van Toelichting. Kunt u dat voor
me voorlezen en aangeven op welke gronden u vindt dat er sprake van belaging
zou moeten zijn. Aangifte onwaardig.
Al met al
zijn geen van de bovengenoemde opsporingsambtenaren inhoudelijk en met
argumenten omkleed ingegaan op zaken die de wetgever in de wet belaging juist
heeft willen regelen en heeft voorgeschreven. Een voorzichtige conclusie doet
vermoeden, waar een politiepost het eerste podium is waar een slachtoffer zou moeten zijn om aangifte te
kunnen doen van een mogelijke klacht, dat er immers al recht is gesproken.
Aangifte onwaardig en de vervolging heeft telkens het nakijken.
Slachtofferzorg
kan het slachtoffer ook niet helpen en verwijst naar OPZ van de politie, met de
mededeling dat het wel of niet aannemen van een aangifte op een politiepost van
een slachtoffer, ook bij OPZ weinig kans van succes zal schijnen te hebben.
Opmerkelijk
is dat alle bovengenoemde politieagenten en ambtenaren, een vast patroon
vertonen en al een oordeel en ‘vonnis’ klaar hadden over de inhoud van de zaak,
dat het slachtoffer zijn lening en rente moet betalen aan de
schuldeiser/veroorzaker, maar géén van de ambtenaren gevraagd of hebben willen
kunnen begrijpen waarvan het slachtoffer, daadwerkelijk slachtoffer van
is.
In het recht
zal de schuldeiser een rechtszaak via een procesgemachtigde, moeten indienen om
zijn lening en rente terug te ontvangen en zich niet moeten willen bedienen van het inbreuk maken op de
persoonlijke levenssfeer van zijn klanten en daardoor belagen, die onder deze
omstandigheden wel een strafbaar feit oplevert.  Â
Mr. Ramesh Arun V-A. Malahe,
Advocaat bij het Hof van Justitie