Ik heb een ding. Zo begint een Facebook bigi mati van me steevast als zijn hart en geweten met elkaar in een knoop zitten. Om zijn geweten te zuiveren, plaatst hij zo’n oproep in de hoop dat zijn volgers hem de verlossing schenken. Of minstens delen in zijn leed. Want soms doen zich zaken voor waarvan het hart je vertelt dat je het niet kan maken niet in te grijpen. Je hart regeert van onmacht dat slechts zuchten ‘bossen’ kan voorkomen.
Maar dan heb je nog jouw geweten, dat emotie en ratio van elkaar loskoppelt en je vertelt dat ervaringen je beste leermeester zijn. Slechte ervaringen zijn niet voor herhaling vatbaar terwijl de goede als het ware je geruststellen voor een vervolg. Het voelt goed dus waarom deze niet herhalen en waar nodig verbeteren. Het geruststellende gevoel is het fundament voor verdere uitbouw.Â
We hoeven elkaar niet wijs te maken dat de sociaal-economische crisis in ons aller geliefde Suriname niemand ongemoeid heeft gelaten. Ik weet niet hoeveel gaten u al u in uw riem hebt moeten maken maar weet wel zeker dat er nog maar weinig ruimte over is voor nog meer riemgaten. Er is grote kans dat je ook in ademnood komt te verkeren als gevolg van de te strak getrokken riem. Dede n'a yepi maar waarom moet het zover komen? Nergens voor nodig.Â
Toen Ronald Venetiaan tien jaar lang president was (2000-2010) heeft hij in die functie wel eens gesmeekt aan Surinamers van overzee vooral niet te stoppen met het opsturen van voedselpakketten. Net als het huidige presidentsteam hadden zijn voorgangers, de regering-Jules Wijdenbosch/Pretaap Radhakishun het land wederom aan de bedelstaf gekregen. Deze politieke ronde echter zijn de voedselpakketten nog dringender nodig. Pakketten diensten draaien overuren en leiden een 'normaal' bestaan in een verziekte economie. Je gaat haast geloven dat dit succes gekoesterd en verder uitgebouwd moet worden.
Het lijkt 'normaal' dat gezinnen hun maandelijkse voedseluitgaven afstemmen op wat de stoomboot uit Holland voor hen meeneemt. En het zijn niet alleen gezinnen die rekenen op hulp van overzee. Ook sociale instellingen krijgen aandacht van Surinamers en Surinamegezindten van over de hele wereld. Bedelacties zijn grootschalig van aard. Van kindervoeding, kinderkleding tot ziekenhuismeubilair en complete woningen, een belofte die lanti niet voor je wil waarmaken omdat je geen paarse vlag boven je scheve doorkijkhuis hebt wapperen.
Vaker hoor ik geluiden van Surinamers in Nederland die in een tweestrijd met zichzelf zijn verwikkeld. Zij willen terug en investeren in hun geliefde Suriname maar dat de paarse vlag hen belemmert in dat opzicht. Zij vrezen verwijten te heulen met de autocratische vijand. Surinamers met ideeën en geld investeren die liever in hun eigen land. Succesvolle investeringen van kennis, kunde en geld willen zij zeker niet vertaald zien worden als het succes van de huidige regeerders. Die willen maar al te graag hun mislukkingen maskeren met het succes van anderen.
Nu de nood zo kwellend is voor het overgrote deel van de Surinamers, groeit de noodzaak om toch iets, hoe klein dan ook, te willen doen. De bodemloze put van sociaal en economisch verval moet hoe dan ook gedempt worden. Wij moeten er langzaam weer uit zien te klimmen, of de paarse vlag nou in de weg staat of niet. Wachten tot de loze beloften van deze regering over ontwikkeling op termijn wortel schieten, is niet de moeite waard. Actie is nu.
Of wij ons moeten schamen? Er gaat al genoeg niet goed. We zijn een generatie kwijt en een tweede mag er niet onder lijden. In een crisis zijn alleen maar kansen. Het is een kwestie van de kansen creëren, deze pakken en je niet laten afleiden door de regerende krabben die zichzelf toch al de ton in sleuren. Desondanks blijft het een lastig dilemma hoe.