Het aanbrengen van minister Gillmore Hoefdraad van Financiën als zou hij handelingen hebben verricht tegen de wet, is volgens NDP-assembleelid Oesman Wangsabesari geen gezonde zaak. “Niet voor de minister en ook niet voor het land,†zei hij donderdag als voorzitter van de Commissie van Rapporteurs, bij de plenaire behandeling van de ontwerpwet houdende wijziging van de Wet op de staatsschuld.
Wangsabesari benadrukte dat in de afgelopen periode vanwege het bestaan van deze wet en het artikel betreffende de strafbaarstelling, minister Hoefdraad van Financiën een aantal keer is aangebracht als te zijn handelingen te hebben verricht tegen de wet.
De parlementariër merkt op dat uiteindelijk de zaak door de procureur-generaal is bekeken en die hij echter heeft geconstateerd dat er geen sprake is van overtreding van de wet. Het feit dat deze handelingen hebben plaatsgevonden is volgens Wangsabesari echter geen gezonde zaak.
De commissievoorzitter ging in zijn spreekbeurt breedvoerig in op de nota van wijziging die was ingediend nadat het door NDP-fractieleider Amzad Abdoel ingediende initiatiefvoorstel afgelopen dinsdag in openbare commissievergadering was behandeld. Volgens Wangsabesari is deze nota van wijziging een significante verduidelijking, rekening houdende met hetgeen feitelijk is aangegeven door stakeholders. Hij benadrukt dat er genoegzaam rekening is gehouden met de zaken die door belanghebbenden zijn aangedragen en welke verder zouden moeten worden verwerkt.
Het is, aldus de commissievoorzitter, ook van belang om na te gaan of de strafbaarstelling van de minister nog steeds van belang is. Hij meent dat de wijziging van de strafbaarstelling van de bewindsman is ingegeven vanuit de redenering dat met de gedane voorstellen duidelijk is aangegeven hoe het traject ten aanzien van het vestigen van schuldverplichtingen moet geschieden.
Wangsabesari benadrukt dat het obligoplafond dat nog steeds boven het wettelijke toegestane is, ook moet worden teruggebracht. Volgens hem gebeurt dat echter niet vanzelfsprekend. De minister van Financiën moet, aldus de commissievoorzitter, alle kracht bijzetten om het daarheen te leiden dat dit wel gebeurt. Om dit te kunnen realiseren moeten er steeds geld en middelen beschikbaar zijn. Wangsabesari meent daarom dat zoals door velen beweerd wordt het leningenplafond niet is overtreden, noch dat de minister niet conform de wet handelt.