

![]() |
Landbouwbedrijven plegen enorme investeringen om te voldoen aan de eisen van de Europese markt. De stopzetting van de export van sopropo komt daarom dubbel zo hard aan. |
![]() |
Een zware
klap met enorme derving van inkomsten, zo omschrijft Bhiesnoe Gopal, directeur
van Gopex International de stopzetting van de export van verse sopropo naar de
Europese Unie, waaronder Nederland. Op weekbasis werd ongeveer 15.000 kilo
sopropo door minimaal vijf exporteurs geëxporteerd naar Nederland. Die lading
is goed voor zo'n 25.000 euro, weet Gopal. Wat gebeurt met de investeringen van de landbouwers, vraagt hij zich af.
Zijn
exportbedrijf is het enige dat ISO 22000 gecertificeerd is en in
vergevorderde stadium is om de Global Gap-certificering af te ronden. Voor
Suriname is het een enorme klap, zegt Gopal aan Starnieuws. "En niemand denkt aan de
gevolgen. Er zal een overschot worden gedumpt op de lokale markt." Hij
wijst erop dat landbouwers zware investeringen hebben gepleegd om te voldoen
aan de eisen die de Europese Unie stelt. Hij heeft het voordeel gehad dat hij
al ver in het proces is van Global Gap, waardoor bij de EU audit in oktober
zijn bedrijf er ook glansrijk doorkwam.
Maar dat is
voor Gopal geen euforie, omdat de regels geen onderscheid maken in bedrijven of
leveranciers, het gaat om sopropo uit Suriname en niet om sopropo van Gopex,
verduidelijkt hij. Er is met veel geen rekening gehouden. Hij heeft een zwaar hoofd of de instanties gereed zijn voor de gevolgen van de strengere EU-regels. Zo zijn er vijf of zes
inspecteurs van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij die de
controle doen, dat is zo wat 1 inspecteur per exporteur. "Wat als er nu
meer spelers op de markt komen?"
Nu moeten
verse groenten en fruit voorzien zijn van een fytosanitair certificaat als deze
naar Nederland worden gestuurd. Dus ook groenten en fruit die in postzendingen
worden aangeboden bij de verschillende verzendbureaus zijn onderhevig aan de
nieuwe EU-regels. Ook planten en zaden vallen binnen de regels en moeten
voorzien zijn van een fytosanitair certificaat van het ministerie van LVV. Ook
zullen passagiers die deze producten meenemen op hun reis naar Nederland en
andere EU-landen hierop worden gecontroleerd. Er is een certificaat nodig voor onder andere sopropo, manja,
citrus, pommerak, sapotille, sterappel en andere fruitsoorten waarvan
bekend is dat zij fruitvliegen kunnen bevatten.
Gopal maakt
zich zorgen om de toeloop die er nu zal ontstaan voor het bemachtigen van een
fytosanitair certificaat. Nu al zijn er problemen en zijn er geen
LVV-inspecteurs aanwezig op de luchthaven voor de zendingen van de
landbouwexporteurs. De exporteurs moeten zelf hun certificaat ophalen om ermee
naar de luchthaven te gaan. Gopal vraagt zich af of het niet zo moet zijn dat
de LVV-inspecteurs of deskundigen op het gebied van de certificering zich op de
luchthaven moeten bevinden waar de producten worden klaargemaakt voor
verzending. "Je kunt niet op afstand een certificaat verstrekken,"
zegt de ondernemer. Op weg tussen certificaat en de luchthaven kan er heel wat mis gaan, legt Gopal uit. Voor een certificaat moet voor elk aangeboden product zo'n
SRD 30 per colli worden betaald. Dus ook voor de postzenders en passagiers is er nu meer loperij,
onkosten en vooral onduidelijkheid.
Hij
zegt dat de landbouwers Suriname graag positief op de kaart willen plaatsen,
maar dat ze daarbij de hulp van de juiste instanties nodig hebben. Gopal zegt
dat het de hoogste tijd is dat de autoriteiten, in deze het ministerie van LVV,
de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) moeten uitnodigen voor een
bezoek aan Suriname. De NVWA bewaakt onder andere de veiligheid van voedsel en
consumentenproducten en de gezondheid van dieren en planten. Gopal zegt dat de
communicatie tussen de NVWA en de Surinaamse counterpart veel te wensen
overlaat. De laatste keer dat er een delegatie van de NVWA hier in het land
was, was zo'n vijf jaar geleden, weet de ondernemer.Â