PARAMARIBO - Winkeliers en andere ondernemers aan de Lawarivier in Zuidoost Suriname vrezen dat de brute roofovervallen, waarvan sommigen slachtoffer zijn geworden, zullen aanhouden. In het weekend was het weer raak te Antonio do Brinco aan de overkant van Maripaston. Vier mannen mishandelden en beroofden een Chinese winkelier en vluchtten met onder meer belkaarten voor mobiele telefoons, alcoholische dranken en geld.
"Mijn oom heeft over zijn hele lichaam slagen met geweren moeten incasseren. We voelen ons echt onveilig en zijn radeloos, want de politie is hier niet meer aanwezig", klaagt Zhibin Chen, neef van de mishandelde winkelier, in gesprek met de Ware Tijd. Chen is zelf ondernemer en spreekt over een "zorgwekkende situatie" in het gebied.
In nederzettingen zoals Papaiston en Antonio do Brinco wonen voornamelijk Brazilianen en Chinezen. Er zijn in het niet verre verleden te Antonio do Brinco overvallen gepleegd met dodelijke afloop of mensen zijn zwaar gewond geraakt. In het gebied wonen en werken meer dan honderd ondernemers, onder wie honderd winkeliers.
Chen stelt dat toen de twee nederzettingen elk een politiepost hadden het rustig was. In 2018 had het Korps Politie Suriname het voornemen om de posten te sluiten, maar zag daarvan af nadat de mensen daarover hun misnoegen hadden uitgesproken. Maar na enkele maanden werden de politieposten toch opgeheven en werd het personeel overgeplaatst naar Kabanavo, waar volgens Chen nauwelijks mensen wonen. Vroeger was dat anders, omdat in die omgeving aan goudwinning werd gedaan.
Overigens, de huisvesting voor politieagenten is in Kabanavo beter dan in Papaiston en Antonio do Brinco. Chen: "De politiepost te Papaiston diende als controlepunt, want men moest er langs op weg naar Antonio do Brinco. Wie verdacht overkwam, werd direct aangehouden, maar nu hebben criminelen vrij spel."
Volgens hem hebben zich sinds het vertrek van de politie meer dan tien berovingen voorgedaan. De politieagenten van Kabanavo kunnen naar zijn zeggen niet snel optreden, omdat ze vaak geen boot met buitenboordmotor hebben. "Wanneer ze wel kunnen reizen kan dat een half uur duren, voordat ze ter plekke zijn. Maar vaak kunnen ze dat niet en dat weten de rovers, die hierdoor vrij spel hebben."
Er zijn gevallen waarbij de politie pas de volgende dag poolshoogte kwam nemen. Chen pleit daarom ervoor dat de posten te Papaiston en Antonio do Brinco weer worden bemand, waardoor ondernemers zich veilig zullen voelen. Amoefini Santa, kapitein van Benzdorp, bevestigt het vervoersprobleem en zegt dat de politie te Kabanavo inderdaad niet veel kan betekenen voor de gedupeerden. Hij beweert de stichter te zijn van de nederzetting Akoentuu, waarvan Antonio do Brinco deel uitmaakt. "Ik heb een Braziliaan met die naam toestemming gegeven om daar te wonen. Zo is de nederzetting ontstaan."
Santa zegt niet op de hoogte te zijn van de roofoverval in het weekend, maar de beroofde ondernemer wel persoonlijk te kennen. "Het kan dat er een roofoverval heeft plaatsgevonden, want het gebied is uitgestrekt en de politie rapporteert de laatste jaren niet meer aan het traditioneel gezag wat er gebeurt. Ook wanneer er nieuwe politiemannen komen werken in het gebied, wordt dat niet aan ons gezegd."
Volgens Santa vinden autoriteiten dat door de slechte staat de politieposten in Papaiston en Antonio do Brinco niet geschikt waren. "In Antonio do Brinco leek de post op een geopend sardien blik en agenten waren niet veilig, want het pand was in zodanige staat dat het makkelijk was om hen aan te vallen en onder shot te houden", zegt de kapitein. Mocht de huisvesting spoedig verbeteren, ziet hij de politiemannen terugkeren. "Niet alleen de winkeliers zullen zich veilig voelen, maar ook de bewoners."
Districtscommissaris August Bado van Tapanahony was niet bereikbaar voor een reactie. Toen hij in 2018 hoorde dat de politiepost zou worden opgeheven, heeft hij de ministers van Regionale Ontwikkeling, Justitie en Politie en de korpschef schriftelijk gevraagd om het besluit te heroverwegen. De sluiting werd toen aangehouden, maar na enkele maanden toch doorgevoerd.