En de prof bleef zwijgen. Oorverdovend was de stilte. Intussen werd er volop getheoretiseerd, en kon je de verontwaardiging per kilo van socialemediakanalen halen. Intussen werd ook ik van alle kanten geattendeerd op de uitlatingen van Henry Ori- schande! Schandalig! Schandaliger! Zeg iets dan!
Eerst even luisteren, nam ik mezelf voor, maar pas als je echt ervoor kan gaan zitten. Dat was dan donderdag eindelijk het geval. Ik zette me schrap zodat ik het hoofd koel kon houden en niet meteen na meneer Ori's eerste zinnen de knop om zou willen draaien. Ik beluisterde het hele fragment- (vooral toen bleek dat het oreren van meneer Ori slechts één uitbarsting lang was en ja, dat is op zich al teveel, jawel), dus ik luisterde ook naar de reactie van Giwani Zeggen en de rest van het panel van welingelichte meneren - nou ja, nog een minuut of vijf dan, toen bleek het weer te gaan over voetbal en voetballers en paspoorten enzo.
Blij was ik wel met de reactie van Giwani, die wat tegengas gaf, maar de andere welingelichte heren waren alweer verder, en dat was toch niet helemaal wat ik verwacht van een programma dat pretendeert het één en het ander analytisch te benaderen. Verbazingwekkend dacht ik, dat de gasten in de studio niet meteen aan meneer Ori vroegen: wat zegt ge nu? (Zie je, ik ga er zelfs Vlaams van praten). Hoor je jezelf wel? Want je hebt dit gezegd, letterlijk: "Hindostanen doen het goed in ons land qua inzet, ijver, spaarzaamheid en deskundigheid (...) en het zijn vooral de Hindostanen die in staat zijn een goede ontwikkeling in dit land te brengen."
Meen je dat echt, Henry Ori? Dit is namelijk wat wij jou horen zeggen: dat Hindostanen zich inzetten en anderen niet, dat zij ijverig zijn en de rest lui, dat zij sparen en de rest geld verbrast, en dat zij deskundig zijn en de rest amateurs. En het grootste probleem ligt bij gebruik van het woord 'vooral' - dat zij dus bij uitstek, meer nog dan de rest ontwikkeling kunnen brengen. (Dan zou het ook leuk zijn geweest als iemand had verteld dat ontwikkeling geen uien zijn die je in kilogramverpakking voor een land brengt).
En dat men hem dan gevraagd had zich nader te verklaren, in de context van de multi-etniciteit van onze samenleving, zodat ik wat welingelichter zou zijn geweest over het denken van meneer Ori - want dan was er een echt gesprek geweest. Een gesprek waarin meneer Ori netjes gewezen kon worden op de absurditeit en de feitelijke onverifieerbaarheid van zijn uitspraken, indien hij daar nog achter zou staan. Want bij mijn weten heeft nog geen enkele wetenschapper een studie gedaan naar verschillen in 'inzet' en 'ijver' van mensen in dit land, en bewezen dat er een verband bestaat tussen etniciteit en ijver.
Ik wil er bijna mijn niet bestaand fortuin onder verwedden dat meneer Ori echter in zo een soort gesprek meteen gezegd zou hebben: dat bedoelde ik niet te zeggen. En of dat nu de waarheid zou zijn of niet - we zouden dan weer vrolijk kunnen doen alsof onze neus bloedt, en pretenderen dat we leven in een multietnisch paradijs.