Net zo veel controverse er bestaat over het nationale draagvlak van deze dag, net zoveel controverse bestaat er ook over het nationale draagvlak voor de afschaffing hiervan. In haar besluitvorming laat de regering optekenen dat zij "niet kan voorbijgaan aan het gevoel van grote delen van onze samenleving en dat deze dag een ernstige aantasting is geweest op de democratische rechtsstaat." Er is verder overleg geweest met verschillende maatschappelijke organisaties maar slechts de Stichting 8 December 1982 van wie al lang bekend is dat zij een grote tegenstander is van de herdenking van deze dag, wordt prominent genoemd.
De politieke geestverwanten van Revo Dey zoals belichaamd in de Nationale Democratische Partij (NDP) verwijzen vol trots naar de revolutionaire verworvenheden begonnen op 25 februari 1980 zoals Staatsolie, Staatsziekenfonds, de versnelde bouw van volkswoningen en de opheffing van de handelingsonbekwaamheid van de vrouw. De partij is eerlijk genoeg om ook te erkennen dat er in het proces grote fouten zijn gemaakt die de revolutie hebben laten ontsporen. Gelijk heeft de partij wanneer zij verder stelt dat je weliswaar de dag van onze kalender kan schrappen als nationale vrije dag, maar niet uit de geschiedenis van ons land. Net zo min als je bijvoorbeeld Adolf Hitler of de Tweede Wereldoorlog uit de wereldgeschiedenis kan lichten.
Inderdaad markeert de dag van 25 februari 1980 het beginpunt van politieke polarisatie zoals dat zich al meer dan 35 jaar in tegengestelde politieke opvattingen vertaalt die niet gebaseerd zijn op echte issues. Een ongoing politiek-maatschappelijk proces dat remmend is voor versnelde sociaal-economische ontwikkeling van ons land. Dat de woordvoerder van de NDP de afschaffing van deze dag door de huidige regering typeert als een daad van "politieke rancune" spreekt al boekdelen. Wie zegt ons dat bij de eerstvolgende regeertermijn van zijn partij deze dag niet wederom op de kalender wordt gebracht?
Mij lijkt dat Santokhi een gouden kans heeft verspeeld om deze dag in het kader van nationale eenheid en verzoening een belangrijke plaats te geven. Misschien niets of weinig om te vieren op deze dag, maar wel voldoende om te gedenken en vooral daaruit wijze lessen te leren. Is dat trouwens niet het doel van nationale vrije dagen? Ons helpen om belangrijke gebeurtenissen niet te vergeten? Sommigen zijn van oordeel dat deze vertoning alleen met een referendum kan worden beslecht. De slechtste optie die er bestaat natuurlijk als (politieke) wijsheid en staatsmanschap tekortschieten. En zo blijven wij op een onvolwassen manier voortmodderen met onze nationale vrije dagen, waarvan we over enkele ons terecht kunnen vragen in hoeverre ze werkelijk bijdragen tot natievorming in plaats van verkaveling van de samenleving.
Als de regering een vluchtige blik had geworpen in het in 2012 uitgebracht eindrapport over nationale vrije dagen in Suriname, had ze misschien de status van 25 februari van een nationale vrije dag omgezet in een gedenk- of
herdenkingsdag, om maar wat te noemen. Bij het uitkomen van dit rapport dat een aanzet moet geven tot beleid over en criteria voor het toekennen van nationale vrije dagen, waren er 15 vrije dagen. Zo werd er aanbevolen om voortaan te praten over gedenkdagen (i.p.v. vrije dagen) en herdenkingsdagen, waarbij het schema van 15 vrije dagen zou moeten worden herzien in 13 nationale (vrije) gedenkdagen en 4 (niet met de zondag gelijk gestelde vrije) herdenkingsdagen. Intussen zijn er 2 dagen erbij gekomen, terwijl er nog minstens 2 in de wachtkamer zitten.
Misschien is het ook dienstig dat bij het ervaren van onze (toekomstige) vrije dagen we in gedachten rekening houden met de criteria die zijn aangereikt in het rapport:
1. een speciale gebeurtenis die bij de gemeenschap nationale gevoelens oproept;2. het gegeven dat grote delen van het volk het eens zijn met de speciale dag;
3. een ingrijpende gebeurtenis die zich in de samenleving heeft voorgedaan;
4. een actieve deelname van een substantieel deel van de bevolking aan de herdenking van de
dag.
Misschien wordt het eens tijd voor minister Somohardjo van Binnenlandse Zaken om zijn focus op personeel en voertuigen nu te verleggen naar dit soort issues die zonder meer een enorme bijdrage kunnen leveren aan overheidsbeleid inzake natievorming en nationale identiteit. In ieder geval wens ik voor 25 februari 2021 alle Srananmans een veilige en bezinningsvolle dag toe, vrij of niet vrij.