PARAMARIBO - Militairen die menen aanspraak te maken op door Nederland te betalen suppletiegelden rekenen nog steeds op deze penningen. Zij hebben dinsdag in het kader van het werkbezoek van de Nederlandse minister van Defensie aan Suriname gelijkluidende petities aangeboden aan haar en collega Krishnakoemarie Mathoera. De Nederlandse bewindsvrouw Anna Bijleveld-Schouten arriveerde woensdag in Paramaribo voor overleg met Mathoera en blijft tot en met zaterdag.
Agatha Cederboom, wier vader in de krijgsmacht heeft gediend, overhandigde de petitie aan het secretariaat van Mathoera en Bijleveld kreeg het stuk per email. Intussen heeft de secretaresse van de Nederlandse bewindsvrouw ontvangst bevestigd.
De betaling van de suppletie is in 1982 gestopt. Tot de suppletiegerechtigden behoren ex-bevelhebber en oud-minister van Defensie, Ronni Benschop, ex-minister Laurens Neede, toenmalig MP-commandant Charlo Doedel, ex-officier Edgar Ritfeld en voormalige leden van de Nationale Militaire Raad Stanley Joemman en Ronald Olfers, alsook ex-districtscommissaris Danoesdharie Nankoesing.
"Door het aanbieden van deze petitie willen wij, de militairen die gediend hebben in de Surinaamse krijgsmacht en hun gezinnen, de Nederlandse overheid eraan herinneren dat de suppletiegelden nog overeind staan. In het kader van de verbeterde relatie tussen Suriname en Nederland lijkt het ons goed de kwestie van de suppletiegelden onder uw aandacht te brengen. Wij, militairen die gediend hebben in de Surinaamse krijgsmacht en hun gezinnen, wachten al ruim veertig jaar op de financiële vergoeding die wij moeten ontvangen van de Nederlandse overheid", luidt een passage uit de petitie.
Aangegeven wordt dat belanghebbenden over deze kwestie decennialang correspondentie hebben gevoerd met de Nederlandse overheid om deze tot betaling te bewegen. Echter, die heeft nog steeds niet plaatsgevonden. Cederboom zegt tegen de Ware Tijd dat belanghebbenden in 1995 een eenmalige uitkering hebben gekregen, niet de suppletie op het salaris. Van het beschikbaar gestelde bedrag werd 45 procent belasting ingehouden.
Volgens de petitie hebben de militairen zich aan de overeenkomst met Nederland gehouden door niet uit het Nationaal Leger te treden. Zij mochten ook niet ontslagen worden. "Ondergetekenden hebben zich hieraan gehouden, maar zijn toch niet uitbetaald geworden. Anderen die zich echter niet aan deze overeenkomst hebben gehouden, zijn wel uitbetaald geworden, wat wij niet rechtvaardig vinden van de zijde van de Nederlandse overheid. Wij willen niet wederom, nog jarenlang corresponderen met de Nederlandse overheid, aangezien de Nederlandse overheid op de hoogte is dat zij in gebreke is gebleven", stellen de briefschrijvers. "Wij vragen de aandacht voor de uitbetaling van de suppletiegelden, zodat de Nederlandse overheid geen uitsterfconstructie zal hanteren, om op zo een manier gevrijwaard te zijn van uitbetaling van de suppletiegelden", wordt vervolgd.
Juridische acties die de militairen in 2017 hebben ondernomen waarbij hun advocaat door de Nederlandse overheid is betaald, heeft niets opgeleverd omdat de advocaat geen concrete stappen heeft ondernomen maar wel de betaling zou hebben opgestreken. De militairen en hun gezinnen stellen nog steeds het leed dat hen in 1982 is aangedaan te ervaren. "Dit leed is tastbaar en zichtbaar in ons leven aanwezig is. Aangezien de Nederlandse overheid een voorstander is van rechtvaardigheid en dat wet en recht zegevieren, dringen wij aan bij de Nederlandse overheid, dat zij op basis van menselijkheid en billijkheid ertoe overgaat de suppletiegelden uit te keren en wel in het tweede kwartaal van het jaar 2021", wordt minister Bijleveld voorgehouden. Volgens hen was er geen enkele reden voor Nederland om de gelden stop te zetten.
Gepleit wordt dat het land in contact treedt met de militairen en hun gezinnen en ertoe overgaat de suppletiegelden uit te betalen in het tweede kwartaal van dit jaar. Van de brief zijn kopieën gestuurd naar president Chandrikapersad Santokhi en de Tweede Kamer, het Nederlandse parlement.-.