HET MINISTERIE VAN Binnenlandse Zaken heeft deelcertificaten van de hogere beroepsopleiding Bestuurskunde en Overheidsmanagement uitgereikt aan 39 ambtenaren, van wie 35 vrouwen. Het doel van de opleiding is het ambtenarenkader slagvaardiger te maken, waardoor processen uniform en transparant worden uitgevoerd.
In het kader van Public Sector Reform is het van belang personen in het ambtelijke op te leiden. In het prille begin zijn beginnende ambtenaren aanbevolen de bekende Surnumerairs- opleiding te volgen en daarna voortgezette hogere ambtenarenopleidingen. Met die ambtenaren is een behoorlijke grondslag gelegd om kwalitatief werk te leveren.
Sedert de periode toen de partijpolitiek de ambtenarij als instrument begon te gebruiken, heeft er gaandeweg een nivellering plaatsgevonden en werd niet meer aangekeken tegen een kwalitatief, maar meer kwantitatief ambtenarenkorps.
Een zichtbare terugval van de dienstverlening deed zijn intrede toen partijpolitieke loyalisten overwegend de dienst uitmaakten en zelfs de politiek daarvan nadelen ondervond, omdat de uitvoeringscapaciteit door niet gekwalificeerde personen onvoldoende was om beleid te maken. Opeenvolgende regeringen hebben zich kort vóór de regeringswisseling schuldig gemaakt aan ongebreidelde indienstneming van duizenden landsdienaren zonder dat er voor hen een taak- omschrijving bestond.
Omdat het geen enkele regering goed uitkomt de vingers te branden aan een onderzoek waaruit de eventuele overtolligheid van landsdienaren blijkt, blijft het gezwel bestaan en onaangeroerd gelaten. De vrees om ordening te brengen en het mes er in te zetten, wordt ingegeven door het vermoeden dat impopulaire maatregelen een zittende regering zetels kan kosten bij een volgende stembusgang.
Al enkele jaren wordt herhaaldelijk aangekondigd dat de ordening van het overheidsapparaat en semioverheidsinstellingen op komst is, zonder dat er zelfs contouren daarvan worden gezien. De krant verwijst bijvoorbeeld naar (gekwalificeerde) landsdienaren die sinds jaar en dag thuis zijn gezet en salaris ontvangen. Dat is geheel in strijd met één van de beginselen van behoorlijk bestuur.
Het scheppen van voldoende studiemogelijkheden voor landsdienaren moet niet worden gezien als goede sier, maar men moet er mee doorgaan om het apparaat naar een hoger niveau te tillen. De geslaagden moeten volledig en met de meeste spoed worden ingezet bij de uitvoering van eventuele plannen voor een Public Sector Reform.
Overigens, er moet niet alleen aandacht worden gegeven aan hoger opgeleide krachten, maar ook aan de veel lagere landsdienaren in de districten en het binnenland, zodat het apparaat totaal klaar wordt gemaakt voor grote ontwikkelingsdoelen. Het moeten leren omgaan met ontwikkelingen in bijvoorbeeld de olie- en gassector drukt Suriname met de neus op de werkelijkheid om intensief veel meer geld te reserveren voor de onderwijssector.