De man des huizes lag te slapen. Op een bepaald moment heeft hij zijn huisgenoten horen gillen. Hij is daarom uit zijn slaapkamer gegaan. Enkele indringers met mondmaskers hadden zijn ouders, echtgenote en twee dochters overrompeld. De anderen hebben het huis en de cellshop overhoopgehaald.
Een van de rovers had de moeder van het slachtoffer in een wurggreep gehouden. Het slachtoffer heeft getracht zijn moeder te bevrijden, maar werd mishandeld door de rover. Een van de indringers was gewapend met een vuistvuurwapen. Hij en zijn kompanen vroegen naar geld en zochten ernaar. Nadat zij het geld hadden gevonden, zijn zij weggegaan.